De Poolse Ruiter

Toen Henry Frick dit schilderij kocht in 1910 was de consensus dat dit het werk van Rembrand was. In 1984 werd deze toeschrijving betwist, maar dit is een visie van een minderheid gebleven. De kwaliteit van het schilderij is de rede dat er getwijfeld werd aan de authenticiteit. Het gezicht van de ruiter, zijn jas, en het harnas van het paard zijn allemaal zeer gedetailleerd, maar stukken van de achtergrond; het landschap achter de achterzijde van het paard zijn oppervlakkiger. Sommigen trokken hieruit de conclusie dat dit werk niet af was, en afgeraffeld door Rembrand zelf of door een andere kunstenaar. Theoriën over wat de achterliggende gedachte van de schilder was toen hij dit schilderde zijn er ook. Het ondoorgrondelijke karakter heeft geleid tot verschillende theorieën over wie wordt afgebeeld, en er zijn er veel gesuggereerd. Tot de kandidaten behoren een voorouder van de 18e-eeuwse eigenaren van het schilderij, de Poolse familie Oginski, samen met enkele historische figuren. Andere kandidaten zijn de David van het Oude Testament, de verloren zoon, de Mongoolse krijger Tamerlane, de Nederlandse middeleeuwse held Gijsbrecht IV van Amstel en een soldaat van Christus; de soldaten te paard die Oost-Europa verdedigden tegen de Turken. Uiteindelijk hebben sommigen gesuggereerd dat hij gewoon een buitenlandse soldaat is.