Claude Monet
Rond 16.30 uur op zondag 10 februari 2008 drongen drie dieven met donkere kleding en skimaskers de E.G. Bührle-collectie binnen aan de oevers van het meer van Zürich in Zwitserland, kort voordat de faciliteit voor die dag zou sluiten. Terwijl een dief bezoekers en personeel onder schot beval om op de grond te gaan liggen, stripten de andere twee snel vier impressionistische en postimpressionistische schilderijen naast elkaar van een muur in de muziekkamer. Wetshandhavers speculeerden dat deze doeken niet 'op bestelling' waren gestolen, omdat ze bij het nemen aan elkaar hingen en ook omdat er elders in de collectie waardevollere werken te zien zijn.
INTERPOL maakte op 21 februari 2008 officieel bekend dat op 18 februari twee van de gestolen schilderijen zijn teruggevonden. Claude Monet's "Klaprozen bij Vétheuil" (ca. 1880) en Vincent van Gogh's "Bloeiende kastanjetakken" (1890) werden ontdekt op de achterbank van een witte Opel Omega, geparkeerd op een parkeerplaats voor de Burghölzli, de psychiatrische kliniek van de universiteit van Zürich — slechts ongeveer 700 meter verwijderd van de Bührle Collection-villa. Beide werken waren onbeschadigd.
Vreemd verhaal, niet?