Plantage in Suriname by Dirk Valkenburg - 1707 - 52,5 x 45,5 cm Rijksmuseum Plantage in Suriname by Dirk Valkenburg - 1707 - 52,5 x 45,5 cm Rijksmuseum

Plantage in Suriname

olieverf op doek • 52,5 x 45,5 cm
  • Dirk Valkenburg - 1675 - 1721 Dirk Valkenburg 1707

Op dit moment vindt er een zeer belangrijke tentoonstelling plaats in het Rijksmuseum  in Amsterdam: Slavernij. Tien waargebeurde verhalen. In de expositie richt het museum zich voor het eerst op de slavernij in de Nederlandse koloniale tijd. Deze 250 jaar beslaande periode is een onlosmakelijk deel van de Nederlandse geschiedenis. Het was een tijd waarin mensen niet meer waren dan bezittingen, voorwerpen, posten op de balans. De tentoonstelling vertelt tien waargebeurde verhalen over mensen die op de een of andere manier betrokken waren bij de slavernij. 

Een man genaamd Jonas Witsen erfde op een gegeven moment de plantage in Suriname die we vandaag laten zien. Jonas was een ware kunstliefhebber en hij was niet van plan zijn plantages te bezoeken. Omdat hij op goede voet stond met de kunstschilder Dirk Valkenburg, gaf Jonas aan hem de opdracht af te reizen naar Suriname om zijn bezit in kaart te brengen, zodat hij meer te weten zou komen over de aard van zijn erfenis en de toestand waarin die verkeerde. Valkenburg zou vier jaar in Suriname blijven om zich te bekommeren om de boekhouding en om "alledrie plantages naar de natuur te schilderen, evenals zeldzame vogels en gewassen" en hij moest "beloven geen schilderijen, aquarellen of tekeningen of kunst van welke aard dan ook die hij zou maken gedurende de afgesproken periode te verkopen en dat hij niet in opdracht zou schilderen van iemand anders dan de heer Witsen". De eerste twee jaar zou Valkenburg 500 gulden per jaar verdienen en daarna jaarlijks 600 gulden, met het vooruitzicht op een bonus aan het einde van de contractperiode. Hij zou een goede kamer krijgen en mogen dineren aan de tafel van de administrateur. Ook kreeg hij "een boy toegewezen die hem zou bedienen. Een boy, die hij niet als slaaf mocht behandelen, maar als een kind en niet met harde hand." 

De privélevens van de slaven waren aan strikte regels gebonden; alles stond in direct verband met het werk op de plantage, en zij hadden vrijwel geen ruimte of tijd voor henzelf. De tot slaaf gemaakten hadden eens per jaar recht op een feest, meestal na de oogst. Ze kwamen samen om muziek te maken, te dansen en hun eigen religieuze rituelen te beoefenen. Valkenburg legde een van die zeldzame momenten van saamhorigheid en ontspanning vast in een van de schilderijen die hij voor Witsen maakte. Het is een uniek beeld van tot slaaf gemaakten, met portretten die een verscheidenheid tonen aan uitdrukkingen en gevoelens.

Uitsluitend tijdens de weekeinden was er tijd voor contact met het gezin en de verbouw van gewassen voor het eigen levensonderhoud. Witsen bepaalde echter per brief dat zelfs de vrije zaterdag moest worden afgeschaft. De eigenaar was van mening dat de wekelijkse vrije zondag de tot slaaf gemaakten meer dan genoeg mogelijkheid bood om hun bescheiden akkers te bewerken en hun familieleden en vrienden op nabijgelegen plantages te bezoeken.

Dankzij het Rijksmuseum kunnen we je het verhaal van vandaag vertellen.

PS Slavernij. Tien waargebeurde verhalen is een tentoonstelling die je de komende maanden niet mag missen. Hier zijn vijf steden die je van de zomer kunt bezoeken om de beste kunstexposities te zien.