Winterlandschap met vogelval by Pieter Bruegel de Jonge - 1631 - 56,5 x 39 cm Winterlandschap met vogelval by Pieter Bruegel de Jonge - 1631 - 56,5 x 39 cm

Winterlandschap met vogelval

Olie op doek • 56,5 x 39 cm
  • Pieter Bruegel de Jonge - 1564 - 1638 Pieter Bruegel de Jonge 1631

Dit schilderij is een van de kopieën die de jonge Pieter maakte naar het werk van zijn vader; het origineel (1565) bevindt zich in Brussel. Het is een zeer bekend schilderij, dat in die tijd vaak gekopieerd of nagebootst werd. In de 16de eeuw was er weinig belangstelling voor het plattelandsleven en de gebruiken;  dit schilderij maakt deel uit van een aantal schilderijen met specifieke onderwerpen, gemaakt door Pieter Bruegel de Oude. Vandaag zijn ze een belangrijke bron van informatie over een bepaalde klasse van de samenleving van Bruegels tijd - vensters op de tijd, als het ware, die ons een inkijk bieden op het werk op de boerderij, de jacht, de feesten, de maaltijden, en de dansfeesten en spelen van een lang vervlogen wereld. Winterlandschap met vogelval is de perfecte illustratie van het soort schilderij waarmee Bruegel de Oude het boerenleven wilde afbeelden. In dit geval is het onderwerp de vrije tijd in de winter, in een decor dat we overal zien in zijn schilderijen: een dorp waardoor een bevroren rivier loopt, hier in plaats van de meer gebruikelijke hoofdstraat. De huizen zien er ingeslapen en verlaten uit, alsof al hun bewoners buiten zijn gaan spelen in de open lucht. Het oog wordt getrokken door de vogelval die op de voorgrond staat. De val is in feite een oude deur, gestut met een stok, waaraan een touwtje is bevestigd, met zaadjes die zijn rondgestrooid om de vogels te lokken. Het touwtje leidt van de geïmproviseerde val naar het kleine, donkere raam van een huisje, wat suggereert dat er iemand binnen zit. Dit kleine duistere plekje werpt een schaduw op het idyllische beeld van vrolijke winterpret, dat verlicht wordt door de bijzondere schittering van het door sneeuw gereflecteerde zonlicht. Plotseling wordt de verschrikkelijke winter van het jaar 1565 in herinnering gebracht, met zijn vrieskou en honger en zijn permanente knagende bezorgdheid over morgen en hoe te overleven, een bezorgdheid die altijd volgde op de vreugdevolle momenten van het leven en die er heimelijk altijd was, als waakzame ogen achter het donkere raam.