Blauwe danseressen

Rond 1880 maakten Degas' grijs gebruik plaats voor briljante kleuren van rood tot roodbruin en zijn gedempte tonen werden vervangen door warmere. Dit gebeurde met een verandering in stijl en techniek waarin pastelverf zijn voornaamste medium werd. Degas was de enige negentiende eeuwse schilder die pastelverf zijn primaire middel maakte. Hij zag dat pastelverf een balans raakte tussen schilderen en tekenen waardoor hij kon schilderen terwijl hij tekende. Ook breidde hij de mogelijkheden van de pastelverf uit door ze te combineren met gouache, waterkleur, oliën gemengd met terpentine en zelfs monotypes. Degas' latere schilderijen van danseressen verwijderen de figuren compleet van de realistische omgeving van het podium. Het verlichtende maaswerk van kleuren werd het belangrijkste. De danseressen worden de essentie van ritmische beweging, pure uitstraling van kleur. Degas was geïnspireerd om te maken door zijn passie voor het Parijse leven met haar theaters, danshallen, circussen en wellicht zijn favoriete onderwerpen, de racebaan en het ballet. Er wordt geschat dat Degas ongeveer 1500 schilderijen, pastelwerken, prenten en tekeningen van danseressen heeft gemaakt.