Perseus en Andromeda

In Griekse mythologie was Andromeda de dochter van Cepheus en Cassiopeia, koning en koningin van Aethiopia. Haar moeder Cassiopeia schepte altijd op dat haar dochter mooier was dan de Nereïden, de nimf-dochters van de zeegod Nereus die vaak Poseidon vergezelde. Om de koningin te straffen voor haar arrogantie stuurde Poseidon, de broer van Zeus en god van de zee, het zeemonster Cetus om de kust van Aethiopia te verwoesten, inclusief het koninkrijk van de ijdele koningin. De wanhopige koning raadpleegde het Orakel van Apollo welke aankondigde dat er geen uitstel zou plaatsvinden totdat de koning zijn dochter Andromeda offerde aan het monster. Uitgekleed werd zij geketend aan een rots aan de kust. Perseus keerde net terug na de Gorgon Medusa te hebben gedood. Nadat hij de vastgeketende Andromeda tegenkwam benaderde hij Cetus terwijl hij onzichtbaar was (omdat hij de helm van Hades droeg) en vermoorde het zeemonster. Hij bevrijdde Andromeda en trouwde met haar ondanks dat zij al eerder beloofd was aan haar oom Phineus. Bij de bruiloft vond een ruzie plaats tussen de rivalen en Phineus versteende nadat hij het hoofd van de Gorgon zag. Andromeda volgde haar man, eerst naar zijn geboorte-eiland Serifos, waar hij zijn moeder Danaë redde, en daarna naar Tiryns in Argos. Samen werden zij de stamouders van de familie van de Perseidae door hun zoon Perses. Perseus en Andromeda kregen zeven zonen: Perses, Alcaeus, Heleus, Mestor, Sthenelus, Electryon en Cynurus en twee dochters, Autochthe en Gorgophone.