De Graflegging van Christus by Michelangelo Merisi da Caravaggio - 1603 - 300 × 203 cm De Graflegging van Christus by Michelangelo Merisi da Caravaggio - 1603 - 300 × 203 cm

De Graflegging van Christus

olieverf op doek • 300 × 203 cm
  • Michelangelo Merisi da Caravaggio - 29 september 1571 - 18 juli (?) 1610 Michelangelo Merisi da Caravaggio 1603

Caravaggio creëerde een van zijn meest bewonderde altaarstukken, De Graflegging van Christus, in 1603-1604 voor de tweede kapel aan de rechterzijde in de Santa Maria in Vallicella (de Chiesa Nuova - nieuwe kerk - een kerk gesticht door Sint Filippus Neri, de stichter van de Oratorianen). In de kapel hangt nu een kopie van het schilderij en het origineel verhuisde naar de Vaticaanse Pinacotheek. Het schilderij is door vele kunstenaars gekopieerd, uiteenlopend van Rubens, Fragonard tot Géricault en Cézanne.

Dit contrareformatische schilderij (met een diagonale cascade van rouwenden en lijkdragers tot aan het slappe, dode lichaam van Christus en de kale steen) is niet een moment van transfiguratie, maar van rouw. Als het oog van de toeschouwer afdwaalt vanuit het duister, dwaalt het van de hysterische Maria van Klopas via ingehouden emotie naar uiteindelijk de dood als ultieme emotionele stilte. In tegenstelling tot een, na de kruisiging, gespietste Jezus in de morbide Spaanse voorstellingen, sterven Italiaanse Christussen meestal zonder bloedvergieten, maar laten zij zich zakken in een uitdagende geometrische vertoning.

Om te benadrukken dat de dode Christus geen pijn voelt, raakt een hand de wond aan zijn zij aan. Zijn lichaam doet eerder denken aan dat van een gespierde, goed doorbloedde arbeider met deze stevige benen, dan het benige lichaam dat traditioneel gekozen wordt. Twee mannen dragen het lichaam. Johannes de Evangelist, te herkennen aan zijn jeugdige uiterlijk en blauwe kleding met rode mantel, ondersteunt de overleden Christus met zijn rechterknie en -arm, waarbij onbewust de wond geopend wordt. Nicodemus grijpt hem met zijn beiden armen bij zijn knieën terwijl zijn voeten op de rand van de steen terecht komen. Caravaggio koorddanst met de stabiele, waardige houding van het lichaam en de onstabiele inspanning van de dragers.

Waar op schilderijen over het algemeen gezichten het belangrijkste zijn, is het in Caravaggio's werk ook altijd van belang om op te merken in welke richting armen wijzen. Zoals naar de hemel gericht bij De bekering van Paulus en in de richting van Matteüs bij De roeping van Matteüs. Hier hangt Gods dode arm en de smetteloze lijkwade tegen de steen aan, terwijl de huilende Maria Magdalena haar arm richting de hemel houdt. In sommige opzichten was dat de boodschap van Christus: God is afgedaald naar de aarde en de mensheid verzoent zich met de hemel. Zoals gebruikelijk, zelfs met zijn werken van de hoogste devotie, vergeet Caravaggio niet zichzelf te aarden. De traditie schrijft voor dat de Maagd Maria wordt als gebeeld als eeuwig jong gebleven, maar zo niet bij Caravaggio, die hier de Maagd als een oude vrouw afbeeldt. De figuur van de Maagd Maria staat deels in de schaduw van Johannes. We zien haar in de kleding van een non, terwijl zij haar armen strekt en hiermee de lijn van de steen waar zij op staan benadrukt. Haar rechterhand zweeft boven Christus' hoofd alsof ze naar hem uitreikt om hem aan te raken. De overige figuren werden door Bellori geïdentificeerd als "de Marias", die Maria Magdalena en de "andere" Maria zouden kunnen zijn. De kleding van de linker figuur lijkt op die van de Boetvaardige Magdalena van Caravaggio. De rechter figuur doet ons denken aan zijn Bekering van de Magdalena. Andrew Graham-Dixon beweerde dat Fillide Melandroni voor deze figuren model stond. Ze stond vaak model in zijn werken en was ongeveer 22 jaar rond die tijd.