Manao Tupapau (Zij denkt aan de Geest– De Geest van de doden kijkt toe) by Paul Gauguin - 1894 - - Manao Tupapau (Zij denkt aan de Geest– De Geest van de doden kijkt toe) by Paul Gauguin - 1894 - -

Manao Tupapau (Zij denkt aan de Geest– De Geest van de doden kijkt toe)

prent • -
  • Paul Gauguin - 7 juni 1848 - 8 mei 1903 Paul Gauguin 1894

De komende vijf weken zullen we elke zaterdag een prent uit de late 19e en vroege 20e eeuw tonen uit de collectie van het Nationaal Museum van Krakau (Polen). Ze zijn geweldig! Vandaag beginnen we met Gauguin, van wie we een paar maanden geleden een schilderij met een vergelijkbaar onderwerp hebben gepresenteerd in DailyArt. Excuses voor de lange beschrijving vandaag, maar het is de moeite waard!

Deze prent refereert aan een thema dat in 1892 in het werk van Gauguin opduikt. Een olieverf schilderij met dezelfde titel is tijdens het verblijf van de schilder op Tahiti gemaakt, waar hij bevriend raakte met de lokale bevolking en over de cultuur van Polynesië leerde.  De hoofdpersoon van deze afbeelding is Tehura, de partner van de schilder en de belichaming van de Polynesische schoonheid.  Volgens de eigen beschrijving van Gauguin was de scene geïnspireerd op de gebeurtenissen van een avond waarop hij laat thuis kwam uit de stad en Gauguin Tahira vond "bewegingloos liggend op het bed op haar gezicht met haar ogen opengesperd van angst".  De vrouw, die overeenkomstig de gebruiken van haar volk altijd met het licht aan sliep, was bang geworden van de geesten toen de olie in de lamp opraakte.  Alle versies van hetzelfde thema (Gauguin maakte het opnieuw met pastelkrijt en met houtsnedes) zijn getiteld  Manao Tupapau, wat in het Tahitiaans zowel "ze denkt aan de geest" als “de geest van de doden kijkt toe” betekent. Het Polynesisch geloof is sterk verbonden met de dood en de aanwezigheid van geesten op aarde.  ‘Tupapau’ betekent niet 'geest', maar eerder iemand die terugkeert uit het land van de doden en die de levenden kan kwellen of hun lichamen kan binnentreden. Vandaar de angst van de vrouw en de tweeledigheid van de titel. 

Vanuit een Europees standpunt staat Gauguin toe om  het bestaan van geesten, die in de wereld van de levenden doordringen voor te stellen als een irrationele onmacht om te slapen met het licht uit. De gesluierde figuur, die achter het bed zit, net als de vergezellende figuren zijn waarschijnlijk bezoekers uit het hiernamaals. Gauguin verbeeldt ook de karakteristieke lichten, die weerkaatst worden op de muur van de kamer. Dit is het fosforiserende, dat, gezien in de nacht, werd beschouwd als een teken van de aanwezigheid van geesten.; de schilder zelf nam ze waar als licht dat werd geproduceerd door schimmels, die op de bomen groeiden.  Deze scene wordt geïnterpreteerd als Gauguin's reactie op Olympia van Manet– een naaktportret van de maîtresse van Manet, afgebeeld in een provocatieve pose, met het doel een schandaal te veroorzaken.  

Volgens Gauguin was de scene nooit bedoeld als obsceen, maar eerder als een portrettering van de Polynesische Venus – een nieuwe canon van schoonheid, ver van het "beschaafe" Europese beeld van de ideale naakte witte vrouw. Het thema dat werd weergegeven in de lithografie verschilt van het originele schilderij op een aantal belangrijke details. Vooral in het aantal figuren dat zich verstopt achter het bed en het monochrome spiegelbeeld van het gehele schouwspel.  Interessant genoeg is deze prent de enige lithografie, die door de kunstenaar direct op steen is gemaakt - de andere werken waren zincografieën. Het is gemaakt na zijn terugkeer in Frankrijk. Er zijn 100 expemplaren van gedrukt en het werd gepubliceerd in  L'Estampe Originale, een Parijse publicatie die de laatste prestaties op het gebied van drukkunst liet zien.  Een van de exemplaren kwam in de indrukwekkende Franse prentencollectie van Feliks “Manggha” Jasieński terecht , die hij naliet aan het Nationaal Museum in Krakau.