Triptiek: De Kruisiging by Rogier van der Weyden - 1443/1445 -  Middenstuk: 96 x 69 cm Zijvleugels: ieder 101 x 35 cm  Kunsthistorisches Museum Triptiek: De Kruisiging by Rogier van der Weyden - 1443/1445 -  Middenstuk: 96 x 69 cm Zijvleugels: ieder 101 x 35 cm  Kunsthistorisches Museum

Triptiek: De Kruisiging

Olieverf op hout • Middenstuk: 96 x 69 cm Zijvleugels: ieder 101 x 35 cm
  • Rogier van der Weyden - 1399/1400 - June 18, 1464 Rogier van der Weyden 1443/1445

Vandaag presenteren we weer een stuk uit de collectie van het Kunsthistorisches Museum in Wenen, wat we de komende drie weken  elke zondag zullen doen. Vandaag is het deze van der Weyden triptiek. Hij was een schilder van de Vlaamse Primitieven, een schepper van religieuze drieluiken, altaarstukken, en in opdracht gemaakte enkel- en tweeluikportretten. Hij was zeer succesvol en internationaal beroemd tijdens zijn leven. 

Samen met Jan van Eyck domineerde Rogier van der Weyden de Nederlandse schilderkunst in Brussel in de eerste helft van de 15e eeuw. Hij werkte zowel voor het Bourgondische hof als voor de stedelijke mecenaatklasse. We weten dat hij in 1450 een pelgrimstocht naar Rome ondernam. Het Weense schilderij is echter ontstaan vóór deze reis naar Italië, dat in de volgende eeuw de norm zou stellen voor de artistieke opleiding. Tegenwoordig is deze Kruisigingsscène verspreid over een gevleugeld altaar, maar waarschijnlijk was het oorspronkelijk een enkel paneel, met de "omlijsting" er alleen op geschilderd. Niet lang na de creatie werd het werk echter in drie delen gezaagd, waardoor de portretten van de heilige Maria Magdalena en de heilige Veronica vleugels van een drieluik werden. 

Gezien de oorspronkelijke staat van het werk is de artistieke vernieuwing van Van der Weyden des te significanter: Voor het eerst verenigt hij alle deelnemers - de kruisigingsgroep, de heiligen en de schenkers - voor een doorlopend landschap, waarin een geïdealiseerd Jeruzalem aan de horizon verschijnt. Het realisme van zo'n eengemaakte ruimte was in vroegere werken nog nooit geprobeerd. De opdrachtgevers, wier identiteit nu onbekend is, zijn slechts door een opvallende spleet in de grond gescheiden van het centrale onderwerp van religieuze contemplatie, een concept dat zo vooruitstrevend was dat het in de schilderijen van de daaropvolgende periode aanvankelijk werd afgezwakt. Lange tijd daarna werden de schenkers, vergezeld van hun patroonheiligen, afgebeeld op de coulissen van het altaar. En er is nog een tweede vernieuwing: De lendendoek van Christus, die lijkt te wapperen in de wind. Het werd een veelgebruikt motief in de Nederlandse en Duitse schilderkunst. 

Tot morgen!