Waterlelies by Claude Monet - 1922 - 213,3 x 200 cm Waterlelies by Claude Monet - 1922 - 213,3 x 200 cm

Waterlelies

olieverf op doek • 213,3 x 200 cm
  • Claude Monet - 14 november 1840 - 5 december 1926 Claude Monet 1922

Tijdens de laatste dertig jaar van zijn leven woonde Claude Monet in Giverny (75 km van Parijs). Daar creëerde hij een kleurrijke tuin met vijver. Deze waterpartij werd zijn belangrijkste artistieke thema toen hij zich terugtrok in dit vredige rijk van overpeinzing, mijmering en stilte. Met nauw op elkaar afgestemde kleuren zorgen gewaagde kalligrafische penseelstreken op dit doek voor ingewikkelde reeksen van trillende bewegingen over het beeldoppervlak. Visuele verwachtingen worden in verwarring gebracht wanneer Monet de wereld op zijn kop zet door grond en gras langs de bovenrand te plaatsen in plaats van onderaan. Hij vervaagde het onderscheid tussen water, land, lelies en reflecties. Hierdoor kreeg de natuur iets onstoffelijks, drijvend, zwevend zonder zwaartekracht of diepte, in een onophoudelijke glinsterende beweging - een natuurlijke ontwikkeling in navolging op zijn eerdere impressionistische stijl van het vastleggen van vluchtig licht. Zoals Monet in 1909 tegen een criticus opmerkte, roept zijn beeld van de watertuin "bij jou het idee van het oneindige op; je ervaart daar, net als in de microkosmos... de instabiliteit van het universum dat voortdurend voor onze ogen veranderd".

Tijdens de zomer van 1914 realiseerde Monet eindelijk zijn droom door zijn watertuin tot een groots decoratief project te maken, iets waar hij zich de resterende twaalf jaar van zijn leven mee bezig zou houden. Hij werkte zijn epische concept uit op enorme doeken die de effecten van wisselende lichtomstandigheden op de vijver op verschillende tijdstippen van de dag weergeven. Deze enorme decoraties, geschilderd als een geschenk aan de Franse natie, zijn ondergebracht in twee grote ovale kamers in de Musée de l'Orangerie gelegen in de Tuin van de Tuilerieën in Parijs. De compositie en ongebruikelijke afmetingen van dit schilderij uit Toledo Museum of Art (in Ohio, VS) suggereren dat het mogelijk bedoeld was als rechterdeel van een drieluik getiteld Ochtend, maar dat het door de kunstenaar niet goed genoeg werd bevonden. Bij zijn dood stond het onafgemaakt in het atelier van Monet.