Surapati en een tot slaaf gemaakte vrouwelijke bediende met het gezin van Cnoll by Jacob Coeman - 1665 - 132 x 190,5 cm Rijksmuseum Surapati en een tot slaaf gemaakte vrouwelijke bediende met het gezin van Cnoll by Jacob Coeman - 1665 - 132 x 190,5 cm Rijksmuseum

Surapati en een tot slaaf gemaakte vrouwelijke bediende met het gezin van Cnoll

olieverf op doek • 132 x 190,5 cm
  • Jacob Coeman - ca 1632 - 9 april 1676 Jacob Coeman 1665

Momenteel vindt er een zeer belangrijke tentoonstelling plaats in het Rijksmuseum in Amsterdam, getiteld Slavernij, tien waargebeurde verhalen. Met die expositie richt het museum zich voor het eerst volledig op de slavernij in de Nederlandse koloniale tijd. Deze 250 jaar beslaande periode is een onlosmakelijk deel van de Nederlandse geschiedenis. Het was een tijd waarin mensen werden beschouwd als bezittingen, voorwerpen, posten op de balans. De tentoonstelling vertelt tien waargebeurde verhalen over mensen die op de een of andere manier betrokken waren bij de slavernij.

Vandaag willen we je over Surapati vertellen.

Op een enorm 17e-eeuws familieportret in het Rijksmuseum is een jongen afgebeeld met zwart krullend haar dat losjes over zijn schouders valt. Hij draagt een geplooide kniebroek, een  lichte blouse en een openstaand jasje. Op zijn rechterschouder rust een vaandel. Zijn voeten zijn niet zichtbaar, maar waarschijnlijk draagt hij geen schoenen, net als de vrouw naast hem. Zij kijkt hem schalks aan terwijl hij een stuk fruit uit haar mand pakt. Zijn blik is van de kijker afgewend. Hij is niet de belangrijkste persoon op het schilderij. Als tot slaaf gemaakte bediende staat hij in de schaduw van een rijk uitgedoste familie. Toch is deze jonge man niet zomaar iemand. Hoogstwaarschijnlijk gaat het om Surapati, de nationale held van Indonesië, die beroemd was om zijn strijd tegen de Nederlanders in de 17e eeuw. Zijn naam inspireerde sommigen tot grootse daden en vervulde anderen met angst.

Surapati was een tot slaaf gemaakte Balinese man die in dienst stond van een Nederlander in Batavia en er later in slaagde aan zijn slavernij te ontsnappen. Hij werd de aanvoerder van een groep gevluchte Balinezen. In eerste instantie vocht hij in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), die hij later zou bestrijden. Uiteindelijk werd hij vorst van een gebied in Oost-Java, waar hij bezweek aan de verwondingen die hij had opgelopen in een gevecht met de VOC.

Jacob Coeman schilderde het groepsportret van de opperkoopman Pieter Cnoll, zijn vrouw (Cornelia van Nijenroode), en hun beide dochters (Catharina en Hester) in 1665 in Batavia. Surapati moet een van de vele tot slaafgemaakte bedienden van het gezin zijn geweest, maar het feit dat hij voorkwam op het familieportret zegt iets over de prominente positie die hij binnen de huishouding bekleedde. Bovendien draagt hij het vaandel van Cnoll, een taak die was voorbehouden aan de belangrijkste bedienden. Volgens Javaanse geschriften (babad) was Surapati de zoon van een vorst die in het bezit kwam van een Nederlander. (Deze periode uit de slavernij ontbreekt in de West-Javaanse babad.) De dochter van deze Nederlander werd vervolgens verliefd op Surapati en zoals de meeste geschriften vermelden had hij een verhouding met haar. Alleen in de Balambangan babad wijst hij haar avances af. Uiteindelijk moest hij volgens sommigen Batavia ontvluchten. Anderen beweren dat hij daar zelf voor koos.

We delen dit verhaal met je dankzij het Rijksmuseum.

PS Witte mensen hebben de westerse kunsttraditie duizenden jarenlang gedomineerd, terwijl mensen van kleur sterk ondervertegenwoordigd en ondergewaardeerd waren. Maar er waren enkele uitzonderingen. Hier kun je lezen over het schitterende portret van de Afrikaanse koning Caspar.