Zeehaven met de inscheping van de koningin van Sheba by Claude Lorrain - 1648 - 148 x 194 cm Zeehaven met de inscheping van de koningin van Sheba by Claude Lorrain - 1648 - 148 x 194 cm

Zeehaven met de inscheping van de koningin van Sheba

Olie op doek • 148 x 194 cm
  • Claude Lorrain - ca. 1600 - 23 november 1682 Claude Lorrain 1648

Toen Claude Gellée als jongen vanuit zijn geboortestreek Lotharingen in Rome aankwam - misschien wel om er als banketbakker te werken - was het schilderen van landschappen al een erkende specialiteit. Maar Claude zou alle voorgaande beoefenaars van dit genre in de schaduw stellen. Zijn poëtische heruitvindingen van een Gouden Eeuw vonden bijval bij een gecultiveerde aristocratische clientèle. Ze werden in het atelier samengesteld uit tekeningen die buiten in Rome, op het omringende platteland en in de Baai van Napels waren gemaakt. Claudes werk kende een enorme uitstraling, vooral in het Engeland van de achttiende eeuw. Hij had er niet alleen invloed op de schilderkunst en de kunstverzamelingen, maar ook op de manier waarop naar het echte landschap werd gekeken en hoe kunstmatige parken werden aangelegd. Zoals veel van Claudes schilderijen was Zeehaven met de inscheping van de koningin van Sheba bedoeld als één van een paar; het pendant, Landschap met het huwelijk van Izaäk en Rebekka ("De molen"), bevindt zich ook in de National Gallery. Het paar werd besteld door Camillo Pamphili, een neef van paus Innocentius X. Voordat de uitzonderlijk grote doeken klaar waren, gooide kardinaal Pamphili zijn kap over de haag om te trouwen en werd hij in ongenade uit Rome verbannen; de schilderijen werden voltooid voor de Duc de Bouillon, de Franse generaal van de pauselijke legers. Dankzij inscripties, de enige aanwijzingen over het onderwerp, weten we dat de werken betrekking hebben op verhalen uit het Oude Testament. Deze verhalen werden in die tijd bijzonder geschikt geacht voor schilderijen die in kardinaalspaleizen moesten hangen; ze gaan over de liefde, of achting, tussen man en vrouw en het relaas van noodlottige reizen. De meeste kerkelijken uit die tijd zouden deze verhalen hebben geïnterpreteerd als een symbool voor de vereniging van Christus met de Kerk, maar Pamphili wilde misschien wel in bedekte termen verwijzen naar zijn eigen liefde voor Olimpia Aldobrandini. De belangrijkste vernieuwing in dit vroege werk van Claude was de manier waarop hij de zon in zijn schilderij verwerkte. De zon is precies halverwege het doek geplaatst in deze statigste van zijn zeehavencomposities en vormt de basis van de picturale eenheid: alle kleuren en tinten zijn eraan aangepast. De jongen die languit op de kade ligt, schermt zijn ogen af voor de verblindende zon en de stralen werpen een gouden licht op de afgeronde randen van de gecanneleerde zuil en het Korinthische kapiteel naast hem. Op veel plekken in de lucht kunnen we Claudes handpalm en vingerafdrukken zien, waar hij de overgangen tussen de verschillende vlakken heeft gladgestreken.