Het Nachtcafé

Het interieur dat hier wordt afgebeeld is van het Café de la Gare, 30 Place Lamartine, geleid door Joseph-Michel en zijn vrouw Marie Ginoux, die in november 1888 poseerde voor de Arlésienne van Van Gogh en Gauguin; iets later, poseerde kennelijk ook Joseph Ginoux voor beide kunstenaars. In een grappige passage die Van Gogh aan zijn broer Theo stuurde zei de kunstenaar, dat Ginoux hem zoveel geld afhandig had gemaakt, dat hij de café-eigenaar had verteld dat het tijd was om wraak te nemen door de tent te schilderen. Augustus 1888 vertelde de kunstenaar zijn broer in een brief: “Vandaag ga ik waarschijnlijk beginnen met het interieur van het café waar ik een kamer heb, bij gaslicht, 's avonds. Het is wat ze een “café de nuit” noemen (er zijn er veel van hier), die heel de nacht open blijven.  “Nachtvlinders” kun hier hun toevlucht nemen als ze geen geld meer hebben voor logies of als te dronken zijn om binnen gelaten te worden." In de eerste dagen van september 1888, bleef Van Gogh drie opeenvolgende nachten op om het schilderij te maken en sliep hij overdag.  Iets later stuurde hij de aquarel, waarop hij de compositie kopiëerde en het kleurenschema verder versimpelde om zodoende aan de simpliciteit van de Janpanse houtblokdrukken te voldoen. Het Caféterras bij nacht van Van Gogh met daarop de tafels buiten, een straattafereel en de nachtelijke hemel werd ongeveer gelijktijdig in Arles geschilderd.  Het toont een ander café, een groter etablissement aan de Place du Forum.