Stier - Plaat 4

Pablo Picasso creëerde Stier rond Kerstmis 1945. Stier is een reeks van 11 lithografiën die een masterclass zijn geworden van hoe een kunstwerk evolueert van het academische naar het abstracte. In deze serie beelden, allemaal in één enkele steen getekend, ontleedt Picasso het beeld van een stier om tot zijn essentiële vorm te komen door een progressieve analyse ervan. Elke plaat is een opeenvolgende stap in een onderzoek naar de absolute eigenheid van het dier. Om de reeks te beginnen creëerde Picasso een realistische penseeltekening van de stier in lythografische inkt. Het is een frisse en spontane tekening die de basis legt voor de ontwikkelingen die daarna komen. Picasso gebruikte gedurende heel zijn loopbaan de stier als een metafoor maar vertikte het om de betekenis ervan te definiëren. Afhankelijk van de context werd het geïnterpreteerd op verschillende manieren: als een voorstelling van het Spaanse volk, als een commentaar op fascisme en brutaliteit, als een symbool van viriliteit; of als een reflectie op Picasso's zelfbeeld. Op Plaat 4 begint Picasso de structuur van de stier te abstraheren door de belangrijkste vlakken in zijn anatomie te simplifiëren en te schetsen. Tien jaar daarvoor zei Picasso: "Een beeld was tot nu een optelsom van toevoegingen. In mijn geval is een beeld het resultaat van aftrekken en weglaten". Met deze uitspraak in het achterhoofd lijkt de lithografie de meest voor de hand liggende keuze als medium voor deze reeks afdrukken. Eén van de technische voordelen die lithografie onderscheidt van andere druktechnieken is dat je makkelijk elementen aan het beeld kan toevoegen en weglaten.