Jonge Vrouw by Amedeo Modigliani - 1918 - 55 x 38 cm Nationaal Museum (Nasjonalmuseet) Jonge Vrouw by Amedeo Modigliani - 1918 - 55 x 38 cm Nationaal Museum (Nasjonalmuseet)

Jonge Vrouw

olieverf op doek • 55 x 38 cm
  • Amedeo Modigliani - 12 juli 1884 - 24 januari 1920 Amedeo Modigliani 1918

Het schilderij van vandaag kunnen we laten zien dankzij het Nasjonalmuseet in Oslo (Noorwegen) :)

De meeste van Amedeo Modigliani's werken zijn tijdens de hectische jaren van de Eerste Wereldoorlog gemaakt of in de jaren daar direct na. De kunstenaar (Italiaans van geboorte) verhuisde in 1906 naar Parijs in Frankrijk. Hij twijfelde een tijdje tussen beeldhouwen en schilderen en werkte een jaar als assistent van Constantin Brâncusi, wiens perceptie van vorm terug te vinden is in Modigliani's maskerachtige portretten. Kort nadat hij een reputatie had verworven als een voortreffelijk tekenaar, verdiende Modigliani zijn brood als "caféartiest" door snel uitgevoerde portretten van de cafébezoekers te tekenen in de hoop er een goed betaalde opdracht voor een doek met olieverf aan over te houden.

Zijn werken zijn stilistisch moeilijk te plaatsen: hij lijkt beïnvloed door Afrikaanse sculpturen, die in die tijd erg in de mode waren en die met lineaire, langwerpige vormen de onderwerpen van zijn portretten een vleugje verfijnde moderniteit mee gaven; terwijl zijn kleurgebruik juist aansluit bij het ontspannen, anti-naturalistische palet van het kubisme.

Het vrouwenportret van het Nasjonalmuseet werd vaak Portret van Mevrouw Zborowska genoemd. Mevrouw Zborowska was getrouwd met de Poolse dichter en kunsthandelaar Leopold Zborowski, Modigliani's goede vriend en agent. Maar specifieke personen afbeelden was niet de stijl van Modigliani en het lijkt waarschijnlijker dat zij een onbekende is. Het was dankzij Leopold Zborowski dat Modigliani tijdens zijn leven op zijn minst enige bekendheid verwierf. Maar zijn doorbraak kwam te laat: Modigliani leed aan tuberculose en de kunstenaar bezweek op vijfendertigjarige leeftijd aan de ziekte en alcohol- en drugsmisbruik. Zijn postume roem bleef echter groeien en in de jaren twintig werden zijn tragische leven en eigenzinnige stijl een vast onderdeel van het Europese modernisme.

Tekst: Nils Messel