Kardinaal Niccolo Albergati - Jan van Eyck by Jan van Eyck - ca. 1380/90 - 34.1 x 27.3 cm Kunsthistorisches Museum Kardinaal Niccolo Albergati - Jan van Eyck by Jan van Eyck - ca. 1380/90 - 34.1 x 27.3 cm Kunsthistorisches Museum

Kardinaal Niccolo Albergati - Jan van Eyck

olie op hout • 34.1 x 27.3 cm
  • Jan van Eyck - before c. 1390 - July 9, 1441 Jan van Eyck ca. 1380/90

De volgende 2 weken zullen we jullie, telkens op zondag, een werk voorstellen uit de collectie van het Kunsthistorisches Museum in Wenen. Vandaag is het de beurt aan dit bloedmooie portret van de hand van de 15de eeuwse meester Jan van Eyck. Geniet!

Jan van Eyck reisde in 1435 van Brugge naar Arras op uitnodiging van Filips de Goede, hertog van Bourgondië. van wie hij hofschilder was. Tijdens de vredesconferentie die daar georganiseerd werd om de jarenlange vijandigheden tussen Frankrijk en Bourgondië te beëindigen, schilderde van Eyck portretten van enkele deelnemers aan de gesprekken. Eén van hen was Kardinaal Niccolo Albergati, die in zijn rol van nuncio één van de belangrijkste was.

In Arras maakte van Eyck een ets  die heel waarschijnlijk de kardinaal afbeeldt (Dresden,Staatliche Kunstsammlungen, Kupferstichkabinett). De Vlaamse schilder heeft hier niet alleen de gelaatstrekken getekend van een oudere geestelijke maar in zijn notities specifieerde hij zelfs de kleurschakeringen. Het schilderij heeft hij pas jaren na de ontmoeting in Arras gemaakt. Een aantal experts hebben tegenstrijdige meningen over de identiteit van de geportreteerde. Vanaf het begin van de 7de eeuw was er een dwingende regel voor de haardracht van alle geestelijken: de zogenaamde tonsuur, waaarbij een kleine cirkel haar werd weggeschoren op de kroon van het hoofd. Maar de man op dit portret heeft die niet. Zijn kledij is eveneens ongewoon: bont hoort niet bij de kardinaalskledij.

Met een consequent realisme en een verbluffende nauwkeurigheid schildert van Eyck de oneffen gelaatstrekken van de geestelijke. Door de donkere monochrome achtergrond wordt de aandacht van de kijker naar het gezicht van de kardinaal geleid . In tegenstelling tot een lopende mythe in de kunstgeschiedenis is van Eyck niet de uitvinder van het olieschilderen maar hij begon wel met olie-oplosbare hars als bindmiddel te gebruiken. Niettemin introduceerde hij door het gebruik van die hars een nieuwe techniek bij het paneelschilderen: het fijnschilderen (dat al tot volle bloei was gekomen in de miniaturen van de boekkunst). De flinterdunne applicatie van pigmenten creëerde een tot dan toe ongekende glans op het werk; bovendien liet deze techniek van Eyck toe een ongemeen gedetailleerde defintie te bekomen op verschillende soorten oppervlakken.