Een Granaat-smederij in een Nationale Wapenfabriek, Hackney Marshes, te Londen.

Anna Airy was een van de eerste vrouwen die officieel aangeduid werd als 'oorlogskunstenaar'. In juni 1918 kreeg zij opdracht van het 'Munitions Committee' van het 'Imperial War Museum' om vier schilderijen te maken. Deze dienden de productie van munitie uit te beelden op een cruciaal moment in de eerste wereldoorlog wanneer het tactisch gebruik van zware artillerie centraal stond in het succes van de geallieerde strijdkrachten. 

We zien een binnenaanzicht van de smidse waar de gloeiend hete granaathulsen uit de ovens komen, links in de compositie, arbeiders  stoken de ovens op. Op de voorgrond kijken we op de rug van een arbeider die zich over een gloeiend hete granaat buigt. Rechts stroomt er zonlicht binnen doorheen de open wand.

Speciaal dit werk was een grote uitdaging voor Airy; zij diende snel te werken om de kleur van de gesmolten hulsen te vatten. Ook de verzengende hitte droeg hiertoe een steentje bij; op een bepaald ogenblik merkte ze dat de grond onder haar voeten zo heet werd dat haar schoenen verbrandden.